Wiskunde spel
Iedereen krijgt een cijfer, een hand en een natuurlijk verschijnsel. Die moeten ze dan in de juiste volgorde leggen. De cijfers van 1 tot 10, daaronder het aantal vingers van 1 tot 10 en daaronder de natuurlijke verschijnselen onder het juiste getal.
Natuurlijke verschijnselen: 1 zon, 2 een tweeling, 3 biggen, 4 poten, 5 punten aan de ster, 6 eitjes in de doos, 7 dwergen, 8 poten van de spin, 9 kegels, 10 tenen.